No. 252.
- 12 -
wegens te late betalingen worden verantwoord in het
dienstjaar 1937 op volgnummer 3.
Zij hebben, noch krijgen, een speciale bestemming, doch
zijn eenvoudig ontvangstposten voor het dienstjaar 1937,
waarmede de gewone dienst wordt gefinancierd. Aange
zien reeds thans te voorzien is, dat het dienstjaar 1937
een nadeelig slot zal opleveren, kunnen deze achterstal
lige inkomsten mede dienen tot dekking van het eventueel
tekort over dit dienstjaar.
Daarnaast moet evengoed rekening worden gehouden
met de achterstallige uitgaven. Over 1936 bedroegen de
achterstallige inkomsten 12.330,50 en de achterstallige
uitgaven zelfs 29.845,05.
De vraag van dit lid hoe het overige nadeelige saldo
119.000,— ƒ31.000,— 88.000,is ontstaan,
moet óns inziens op een misverstand berusten, omdat het
nadeelig saldo van den dienst 1936 27.878,07 bedraagt.
Door ons is alleen aangetoond, dat een batig saldo van
4.000,zou zijn ontstaan indien de gemeente de ge
noemde vorderingen ten behoeve van 1936 tot een totaal
bedrag van 31.000,tijdig zou hebben ontvangen.
Met het verschil van 119.000,- is alleen getracht
aan te toonen hoe bezwaarlijk de begrooting 1938 was
sluitend te maken, vergeleken bij 1937, toen werd begon
nen met een batig saldo over 1935, groot 91.120,54, ter
wijl voor 1938 het nadeelig saldo over 1936, groot
27.878,07, moest worden gedekt.
HOOFDSTUK III.
Algemeene Beschouwingen.
Met de opmerking van een lid, dat bezuiniging gewenscht
is, zijn wij het geheel eens; wij hebben daaraan ook voort
durend aandacht geschonken, hetgeen kan blijken uit de ver
schillende ramingen.
Dat enkele posten een weinig hooger zijn geraamd dan
vorig jaar, is te verklaren doordat de raming gedurende de