- 19 - No. 252. Er is ook thans geen reden voor ons College om met een voorstel tot bekorting te komen. Tegen ver plaatsing van de kermis naar de maand Augustus of September moeten wij nadrukkelijk waarschuwen. De belangen van de gemeente als centrum van vreemde lingenverkeer zouden hiermede allerminst zijn ge diend. Het onlangs verschenen verslag van de V.V.V. „Breda Vooruit" omtrent het vreemdelingenverkeer in den zomer 1937 toont dit overduidelijk aan. Een verplaatsing der kermis zou bovendien ook financieel een tegenvaller voor de gemeente worden. Ook in de kringen der kermisexploitanten schijnt men afwijzend tegenover een verplaatsing te staan. 462. In verband met de hooge waterstanden van dit jaar hebben veel oeverafschuivingen plaats gehad, met als gevolg hooge uitgaven. Door de moeilijke tijdsomstan digheden worden de herstellingswerken tot de nood zakelijkste beperkt. Wegens den grooten hellingshoek en het niet aanwezig zijn 7an een voetbeschoeiing aan de taluds is het niet mogelijk zonder geregelde en hooge uitgaven de taluds een behoorlijken vorm te doen houden. Naar aanleiding van de vraag naar beter politie toezicht op de beplantingen aan de singels en in de plantsoenen kan worden medegedeeld, dat door de politie geregeld toezicht wordt gehouden op parken en plantsoenen. De aandacht der politie is nog eens speciaal gevestigd op de genoemde plaatsen t.w. den Marksingel en het Dr. Jan IngenHouszplein. 463. In verband met de kosten wordt het niet wenschelijk geacht, tegemoet te komen aan het door enkele leden geuite verlangen van een voetgangersbrug ter verbin ding LunetstraatSchorsmolenstraat. 465. De noodzakelijkheid van meer urinoirs, speciaal in het zuidelijk deel der stad, is niet gebleken. 469. De behoefte aan een stortplaats in of in de onmid dellijke nabijheid van Breda is niet zoo groot, blijkens

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1937 | | pagina 725