No. 256. 256 BIJLAGEN 1937. VOORSTEL tot het opmaken van een aanbeveling voor de benoeming van een heemraad voor de scheepvaart in het Dagelijksch Bestuur van het Heemraadschap van de Mark en 12 November 1937, No. 1/3266. Dintel. Aan den Gemeenteraad. Zooals uit het hierbijgevoegd schrijven van het Dage lijksch Bestuur van het Heemraadschap van de Mark en Dintel, d.d. 16 October 1937, K. nr. 106, blijkt, is op 31 De cember a.s. als heemraad voor de scheepvaart aan de beurt van aftreden, de heer Mr. E. L. H. M. van Mierlo, die bij Koninklijk Besluit van 27 December 1932, nr. 37, als zoo danig is benoemd. Ingevolge het bepaalde in artikel 12, 3e lid, van het regle ment van genoemd waterschap (Prov. Blad no. 1 van 1910) moet door Uw Raad een aanbevelingslijst van drie personen worden opgemaakt. Om tot heemraad voor de scheepvaart te kunnen worden benoemd, wordt vereischt, dat men mannelijk Nederlander en meerderjarig is, niet bij rechterlijke uitspraak de beschik king of het beheer over zijn goederen heeft verloren, noch van de verkiesbaarheid ontzet is. Met het oog op het groote belang van de scheepvaart voor deze gemeente, blijven wij het wenschelijk achten, dat voor deze functie een ingezetene wordt benoemd, zooals trouwens sinds jaren het geval is geweest, en meenen wij U te moeten aanbevelen de volgende personen: als le candidaat Mr. E. L. H. M. van Mierlo, De Roy van Zuidewijnlaan no. 58; als 2e candidaat G. J. M. IngenHousz, Zandberglaan als 3e candidaat Mr. Jos. M. M. Maeijer, Wilhelminapark no. 52;

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1937 | | pagina 737