No. 16.
16
BIJLAGEN 1937.
Januari 1937.
VERZOEK van de Commissie tot sa
neering van het winkelbedrijf, om de
haar verstrekte opdracht terug te
nemen.
Aan
den Raad der gemeente
Breda.
Bij Uw besluit van 28 November 1935 werd ingesteld een
commissie ad hoe, bestaande uit zes leden, welke werd belast
met het onderzoek van het vraagstuk, of en in hoeverre het
noodig is maatregelen te treffen ten aanzien van de winkel
bedrijven, waarbij haar tevens werd opgedragen, bij haar
rapport te voegen één of meer uitgewerkte regelingen, welke
zij dienstig zou achten. Deze commissie bestaat uit de hee-
ren: Mr. A. A. M. Struiken, J. N. Kroone, Th. Spoelder, A.
Mabelis, Mr. J. Pleijte en G. T. de Jong. In haar eerste ver
gadering benoemde de commissie tot haar Voorzitter, de
heer Mr. A. A. M. Struiken, terwijl als Secretaris door Bur
gemeester en Wethouders aan haar werd toegevoegd de
heer Th. A. Kwaks, hoofdcommies-chef ter gemeente-secre
tarie.
De commissie begon haar taak met zich in verbinding te
stellen met de verschillende Bredasche middenstandsorgani
saties. Bovendien bestudeerde zij de in verschillende plaatsen
des lands getroffen regelingen. Bekend mag worden veron
dersteld. dat geen dezer plaatselijke regelingen genade bij de
Regeering kon vinden; zij werden stuk voor stuk geschorst
c.q. vernietigd, omdat zij waren getreden in hetgeen van
rijksbelang was.
Toen bij Koninklijke Boodschap van 21 Maart 1936 aan
de Tweede Kamer der Staten-Generaal werd ingediend een
wetsontwerp betreffende het vestigen van inrichtingen, waar
in eenige tak van detailhandel, ambacht of kleine nijverheid
zal worden uitgeoefend, stond de commissie voor de vraag,
of zij hare werkzaamheden zou voortzetten. Aangezien in de
memorie van toelichting niet voldoende duidelijk werd ge-