No. 16.
- 2 -
zegd, dat er voor de gemeenteraden een aanvullende be
voegdheid zou overblijven, besloot de commissie hare studie
voort te zetten. Uit de verder haar door de Regeering toe
gezonden bescheiden bleek later duidelijk, dat het wetsont
werp beoogde deze zaak uitputtend te regelen. Hierdoor werd
uitgemaakt, dat de gemeenteraden op dit gebied zouden zijn
uitgesloten tot het treffen van aanvullende regelen. Vanaf
dat oogenblik had het voor de commissie geen zin meer om
haar arbeid voort te zetten. Op grond hiervan besloot zij
Uwen Raad in overweging te geven, de haar verstrekte op
dracht terug te nemen en haar als zoodanig te ontbinden.
Namens de commissie hebben wij de eer U hierbij dit haar
laatste besluit aan te bieden, met verzoek dienovereenkom
stig te willen beslissen.
Namens de in hoofde genoemde commissie.
w.g. A. A. M. STRUIJCKEN, Voorzitter.
w.g.
TH. A. KWAKS, Secretaris.