No. 267.
- 2 -
gnel in veiligheid te stellen.
Te dien einde is in artikel 6 van meergenoemde wet aan
den Minister van Binnenlandsche Zaken de bevoegdheid ge
geven bij nieuwbouw of verbouw van perceelen met een
bepaald grondoppervlak, onder deze perceelen op kosten van
het Rijk schuilkelders te doen inrichten.
Het is echter niet te verwachten, dat de toepassing van
dit wetsartikel binnen afzienbaren tijd in deze gemeente een
voldoend aantal publieke schuilgelegenheden zal brengen.
Daarom is uitgezien naar een andere oplossing van dit
vraagstuk.
Den Minister van Sociale Zaken is n.l. verzocht te willen
toestaan, dat door de deelnemers aan de centrale werkplaats
voor jeugdige werkloozen, alhier, een achttiental in de stad
verspreid liggende kelders gas- en bomvrij worden gemaakt
en op de daarvoor in aanmerking komende punten in de
stad een tiental schuilloopgraven worden ingericht. Tevens
werd met betrekking tot de aan deze voorzieningen verbon
den kosten gevraagd, in de extra vergoedingen, te betalen
aan de tewerkgestelden, in totaal begroot op 1716.een
rijksbijdrage te willen verleenen tot het voor deze gemeente
in zake werkloosheidsvoorzieningen geldend objectieve sub
sidiepercentage en de kosten van de benoodigde materialen,
ad f 10.500.integraal ten laste van 's Rijkskas te doen
komen.
Onlangs mochten wij van voornoemden Minister de mede-
deeling ontvangen, dat hij zijn goedkeuring hechtte aan de
voorgestelde werkobjecten en in het bedrag der extra ver
goedingen de normale rijksbijdrage, zijnde voor deze ge
meente over 1937 72,4 in het vooruitzicht stelde.
Ten aanzien van de materiaalkosten hebben wij van den
inspecteur voor de bescherming van de burgerbevolking
tegen luchtaanvallen de toezegging gekregen, dat hij de be
schikbaarstelling van rijkswege van een bedrag, groot
10.500.voor dit doel zal bevorderen.
Verder is het luchtbeschermingsplan in deze gemeente zoo
danig opgezet, dat het hoofd van den luchtbeschermingsdienst
zich met zijn staf op één centraal punt bevindt, den z.g.