No. 294. VOORSTEL tot afschaffing van het 22 December 1937, entreegeld voor de volksbadplaats. BIJLAGEN 1937. 294 No. V/4063. Aan den Gemeenteraad. Naar aanleiding van herhaalde malen naar voren ge brachte bemerkingen in vergaderingen van den gemeente raad werd in Uw vergadering van den 15en Mei 1936 besloten op enkele dagen der week van de bezoekers der kostelooze zweminrichting een zeer matig entrée te gaan heffen. In verband daarmede bleven van het jaar 1936 alleen de Woensdagen en Zaterdagen kosteloos, terwijl in 1937 daar aan ook nog de Vrijdag werd toegevoegd. De bezoekcijfers waren in de laatste jaren: Tegen Kosten Jaar. Kosteloos. betaling. Totaal. personeel. 1933 61530 61530 748,51 1934 79302 79302 739,56 1935 59301 59301 735,93 1936 22891 1624 23515 890,55 1937 14176 3435 17611 807,02 Tegenover het sterk gedaalde aantal bezoekers staan de gestegen kosten van personeel voor controle. Deze kosten bedroegen in 1937 161,50, terwijl de op brengst der 3435 baden bedroeg 103,05. Opgemerkt mag worden, dat de daling van het totaal aan tal bezoekers niet uitsluitend mag worden toegeschreven aan de invoering van entrée op bepaalde dagen: ook in de andere zweminrichtingen als „Boeimeer" en ,,het Ei is na 1935 het aantal bezoekers sterk teruggeloopen. Vast staat even wel, dat de entréeheffing op de daling van grooten invloed is geweest. Gelet op het groote hygiënische belang, aan het geregeld baden en zwemmen verbonden, en mede met het oog op de

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1937 | | pagina 831