No, 48. 2 verkregen kan worden, zoodat tot onteigening zal moeten worden overgegaan. Indien de gemeente geen eigenaresse wordt van het betreffende terrein is verbetering van den be- staanden onhoudbaren toestand immers niet te verwachten. Voor deze onteigening kan ons inziens de procedure ge volgd worden van artikel 72a der „Onteigeningswet", aan gezien de gemeente het voormelde terreingedeelte noodig heeft voor den aanleg van een openbaren weg. Op grond van het vorenstaande moge Uwer Majesteit eer biedig worden verzocht ingevolge artikel 72a der „Onteige ningswet" met betrekking tot meervermeld perceel, kadastraal bekend Sectie D. No. 4577, volgens de registers van het kadaster groot 486 M2. en volgens deze registers in eigen dom toebehoorende aan de N.V. Bredasche Huizen- en Grondexploitatie Maatschappij, te Breda, een besluit te wil len nemen, uit kracht waarvan de onteigening kan geschieden. Burgemeester en Wethouders van Breda; VAN SLOBBE, Burgemeester. JASPERS, loco-Secretaris. Ligt ter visie in de Leeskamer.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1938 | | pagina 118