No. 54.
54
BIJLAGEN 1958.
19 Maart 1938,
No. V/907.
VOORSTEL tot vaststelling der ver
goeding ex art. 101 der L.O. wet
1920, over het jaar 1935 aan besturen
van bijzondere lagere scholen, met
inbegrip van de driejaarlijksche af
rekening over de jaren 1933 tot en
met 1935.
Aan den Gemeenteraad.
Ingevolge het bepaalde in artikel 101, sub 8, der Lager
Onderwijswet 1920 wordt de vergoeding ex artikel 101 om
de drie jaren verminderd tot het bedrag, hetwelk noodig is
tot goedmaking van de over dat tijdvak ten behoeve van de
bijzondere school werkelijk gemaakte kosten, als bedoeld in
het eerste lid van dat wetsartikel.
Voor de op inliggenden staat vermelde scholen loopt een
driejaarlijksch tijdvak over de jaren 1933 tot en met 1935,
zoodat voor deze scholen met bovenbedoelde bepaling dient
te worden rekening gehouden.
Door de besturen dezer scholen zijn de rekeningen en ver
antwoordingen met bijlagen ingezonden betreffende de over
de jaren 1933 tot en met 1935 ten behoeve der school wer
kelijk gemaakte kosten. De ingezonden rekeningen zijn na
gezien en omtrent de daarbij naar voren gekomen bemer
kingen zijn wij met de schoolbesturen in overleg getreden,
waarna de uitgaven door ons voorloopig werden vastgesteld.
Het resultaat van het onderzoek vindt U neergelegd in
bijgaande besluiten*), waarin tevens zijn vermeld de uit
gaven, welke naar onze meening niet uit de gemeentelijke
vergoeding kunnen worden gekweten.
Op den hierbijgevoegden staat zijn de voor de besturen
der genoemde scholen vast te stellen vergoedingen nader ge
specificeerd opgenomen.
Wij hebben de eer U voor te stellen te besluiten over
eenkomstig bijgaand ontwerp-besluit.
Burgemeester en Wethouders van Breda;
VAN SLOBBE, Burgemeester.
VAN WOENSEL, Secretaris.
Liggen ter visie in de Leeskamer.