No. 8.
BIJLAGEN 1938.
5 Januari 1938,
No. V/38.
Aan den Gemeenteraad.
Bij Uw besluit van 15 Mei 1936, goedgekeurd door Gede
puteerde Staten, d.d. 3 Juni 1936, G. nr. 234, werden in
verband met ons voorstel d.d. 8 Mei 1936, Nr. 1/1415 (Bij
lagen 1936, nr. 112) aan ons college een aantal bestuursbe
voegdheden overgedragen, welke door de Gemeentewet pri
mair aan den Raad zijn toegekend.
Het is in de practijk bij de hanteering van dit delegatie
besluit gebleken, dat het op het stuk van vervreemden van
gemeente-eigendommen eenige verruiming behoeft.
Ons college is thans in deze slechts bevoegd tot het ver
koopen van ongebouwde eigendommen, waarvan de verkoop
som, zonder bijkomende kosten een bedrag van 1.000,
niet te boven gaat. Echter door deze bepaling worden niet
gedekt de vaak voorkomende verkoopen van gemeente-eigen
dommen, welke onder de categorie van de roerende lichame
lijke zaken zijn te rangschikken, als daar o.m. zijn: oud meu
bilair, buiten gebruik gestelde materialen, gerooide boomen en
planten.
Aangezien het voor een snelle afhandeling van deze en
soortgelijke zaken gewenscht moet worden geacht, dat hierin
door ons college kan worden beslist, meenen wij U te moe
ten voorstellen het in den aanvang dezes genoemde besluit
aan te vullen als in bijgaand concept-besluit is aangegeven.
De limiet van 1.000,t.a.v. het bedrag van den verkoop
blijft hierbij gehandhaafd.
Tevens maken wij van deze gelegenheid gebruik om de
redactie van het gestelde sub 5 van hoogergenoemd besluit
in overeenstemming te brengen met den tekst van artikel
212, 3e lid, der Gemeentewet, zooals die na de jongste wij
ziging bij de wet van 22 April 1937, S. 311, is komen te
luiden.