No. 67.
- 6 -
SCHOOLGELD
Gemengde bij een getal schoolgaande kinderen ten
hoofdsom laste van den schoolgeldplichtige van:
één
twee
drie
vier of
meer
62—
49.80
48.80
47.80
46-
64.—
51
50.—
49.—
47.—
66—
52.20
51.20
50—
48.—
68.—
53.40
52.40
51
49—
1
54.60
53.60
52—
50—
72—
55.80
54.80
53.—
51
74—
57—
56—
54.—
52—
76—
58.20
57—
55.—
53—
78—
59.40
58—
56.—
54—
80—
60.60
59—
57.—
55—
82—
61.80
60—
58.—
56—
84—
63—
61
59.—
57—
86.of meer
64.—*)
62.—*)
60.—*)
58.—*)
Artikel 7.
Voor de toepassing van artikel 6 worden onder school
gaande kinderen verstaan de leerlingen, waarvoor het school
geld verschuldigd is, benevens de andere eigen- of aange
huwde minderjarige kinderen of pleegkinderen van den
schoolgeldplichtige, van welke drie maanden vóór den aan
vang van het schooljaar mocht worden verondersteld, dat zij
bij den aanvang van dat schooljaar leerling zouden zijn van
eenige inrichting in Nederland voor lager-, nijverheids-, mid
delbaar-, voorbereidend hooger- of hooger onderwijs, voor
zooveel het onderwijs niet tot het avondonderwijs moet wor
den gerekend.
Vermeerderd met 1.voor elk tweetal guldens, waar
mede de gemengde hoofdsom 86.te boven gaat.
Het schoolgeld bedraagt echter niet meer dan 400.per
leerling.