- 7 -
No. 67
Artikel 8.
Indien uit één gezin meer dan één kind voorbereidend
hooger- of middelbaar onderwijs geniet aan een door het
Rijk of door een gemeente in stand gehouden of gesubsi
dieerde inrichting, wordt het voor iederen leerling volgens
de vorige artikelen verschuldigd schoolgeld verminderd met
een achtste, indien er twee zoodanige kinderen in het gezin
zijn en met een vierde, indien er meer dan twee zoodanige
kinderen in het gezin zijn.
Voor de toepassing van het vorige lid wordt het onderwijs
aan een kweekschool voor onderwijzers en/of onderwijzeres
sen met middelbaar onderwijs gelijkgesteld.
Artikel 9.
Voor hen, die als toehoorders lessen in bepaalde vakken
bijwonen, bedraagt het schoolgeld per jaar voor elk dier
vakken t/5 van het schoolgeld, dat voor of door hen volgens
de voorgaande artikelen als leerlingen per jaar verschuldigd
zou zijn, doch in totaal per jaar niet meer dan het laatst
bedoelde schoolgeld.
Dit schoolgeld wordt over geen korter tijdvak dan een vol
jaar geheven. Burgemeester en Wethouders kunnen echter
in bijzondere gevallen uitzonderingen toestaan.
Artikel 10.
1. Voor na 31 Augustus 1933 toegelaten leerlingen, die,
na reeds eenmaal niet tot een hoogere klasse te zijn bevor
derd, andermaal niet tot een hoogere klasse worden bevor
derd, of die, na reeds eenmaal niet tot een hoogere klasse
te zijn bevorderd, voor de tweede maal het onderwijs in de
zesde klasse volgen, is anderhalf maal het schoolgeld ver
schuldigd, berekend volgens de artikelen 4, 6, 7 of 8. Dit
verhoogde schoolgeld is uitsluitend verschuldigd voor het
schooljaar of de schooljaren, waarin de leerling niet voor de
eerste maal het onderwijs in de klasse, waarin hij geplaatst
is, volgt.
2. Voor de toepassing van het eerste lid van dit artikel