- 9 -
No. 67.
een te lage aanslag is opgelegd, wordt het niet of te weinig
geheven schoolgeld van den schoolgeldplichtige of zijn erf
genamen nagevorderd, zoolang niet sedert den aanvang van
het schoolgeldjaar drie jaren zijn verstreken.
Artikel 15.
1. Jaarlijks, zoo spoedig mogelijk na den aanvang van
het schooljaar, doch uiterlijk binnen veertien dagen na den
aanvang, zendt de rector aan den chef der afdeeling finan
ciën ter gemeente-secretarie een alphabetische lijst der namen
en voornamen van de ouders der leerlingen, met vermelding
daarbij van hunne woonplaats, benevens van de voornamen
en, voor zooveel noodig, van de namen der leerlingen en
van hunne woonplaats.
Het model dier lijst wordt door dien ambtenaar aange
geven.
2. Gelijke, doch afzonderlijke opgaven worden verstrekt
ten opzichte van de toehoorders, bedoeld in artikel 9, en van
de leerlingen, als bedoeld in artikel 10.
3. Op den eersten werkdag van iedere maand zendt de
rector zoonoodig, gelijke opgave betreffende de leerlingen en
toehoorders, die in de afgeloopen maand tot de school zijn
toegelaten of de school hebben verlaten. Is geen opgave te
doen, dan zendt hij een negatief bericht.
Artikel 16.
De invordering van het schoolgeld geschiedt door den ge
meente-ontvanger overeenkomstig de daarvoor in de Ge
meentewet gestelde regelen.
Artikel 17.
1. Van het schoolgeld worden voor elk dienstjaar zoo
spoedig mogelijk kohieren opgemaakt.
2. De gemeente-ontvanger zorgt, dat de aanslag-biljetten
voor elk kohier worden uitgereikt binnen 30 dagen nadat hem
dit ter invordering is toegezonden.