No. 67.
- 10 -
Artikel 18.
Op de invordering door den gemeente-ontvanger zijn de
artikelen 291295 der Gemeentewet toepasselijk.
Artikel 19.
Aan hen, voor wie het schoolgeld niet binnen den bepaal
den tijd is betaald, kan door Burgemeester en Wethouders
de toegang tot de school worden ontzegd.
Artikel 20.
1. Het schoolgeld moet worden voldaan in vier gelijke
termijnen. De eerste termijn is invorderbaar op 1 September,
de volgende op 1 December, 1 Maart en 1 Juni.
2. De termijnen, die bij de uitreiking van het aanslag
biljet reeds zijn vervallen, zijn dadelijk en ten volle invor
derbaar.
3. Het schoolgeld is dadelijk invorderbaar wanneer de
schoolgeldplichtige in staat van faillissement is verklaard of
op zijne goederen of onroerende goederen executoriaal be
slag is gelegd.
Artikel 21
De betaling geschiedt tegen kwijting ten kantore van den
gemeente-ontvanger of door storting op de postrekening der
gemeente.
Indien het aanslagbiljet in het ongereede mocht zijn ge
raakt, wordt een duplicaat daarvan tegen betaling van 10
cent aan den schoolgeldplichtige uitgereikt.
Artikel 22.
De afschrijving der betaling geschiedt in de volgende orde:
a. op de kosten van vervolging;
b. op de oudste der vervallen termijnen.