No. 8.
- 2 -
Daar dit geen wezenlijke verandering van c'eze bepaling
inhoudt, doch slechts een nauwkeuriger omschrijving van de
aldaar geregelde bevoegdheid, vertrouwen wij, dat hiertegen
bij Uw College geen bezwaren zullen bestaan.
Burgemeester en Wethouders van Breda;
VAN SLOBBE, Burgemeester.
VAN WOENSEL, Secretaris.
ONTWERPBESLUIT.
DE RAAD DER GEMEENTE BREDA,
in zijn openbare vergadering van 10 Januari 1938;
Gelet op artikel 212 der Gemeentewet;
heeft besloten:
in zijn besluit van 15 Mei 1936, goedgekeurd door Gede
puteerde Staten bij hun besluit van 3 Juni 1936, G. Nr. 234,
de navolgende wijzigingen aan te brengen:
I. In het bepaalde sub la. wordt tusschen de woorden
„eigendommen'' en „waarbij" ingevoegd de zinsnede:
„alsmede het verkoopen van roerende lichamelijke zaken
aan de gemeente in eigendom toebehoorende
II. Het gestelde onder 5 wordt zoodanig aangevuld, dat
aldaar voortaan gelezen wordt:
„Artikel 212, 3e lid, der Gemeentewet, betreffende een bij
wettelijk voorschrift aan het gemeentebestuur toegekend
recht van beroep tegen administratieve beslissingen, of
een recht om bezwaar in te brengen tegen handelingen of
voornemens der administratie".
De Raad voornoemd;
Voorzitter.
Secretaris.