d. de soort der bebouwing op eenig terrein, uitsluitend
of voornamelijk bestemd voor bebouwing met woningen,
nader vast te stellen, indien dit inhoudt vervanging der
bebouwing van een lagere klasse door een van hoogere
klasse;
c. de bestemming van in het plan aangegeven terreinen
voor de oprichting van gebouwen voor bijzondere doel
einden, indien blijkt, dat daaraan geen behoefte bestaat,
te wijzigen in een andere, welke voldoende stedebouw-
kundige aansluiting geeft met het plan, zooals dit voor de
omliggende terreinen is vastgesteld;
e. indien gebruik wordt gemaakt van de bevoegdheden
sub a t/m c de daardoor eventueel vereischte wijzigingen
aan te brengen in de voorgevelrooilijnen.
Aldus vastgesteld door den Raad der gemeente Breda in zijn
openbare vergadering van 1938.
Voorzitter.
Secretaris.