No. 95.
95
BIJLAGEN 1938.
VOORSTEL tot aanvulling van art. 1
der Verkeersverordening, in verband
met aanwijzing als zoodanig van het
rijwielpad aan de Noordzijde van de
Spoorstraat.
14 Mei 1938.
No. I 1435.
Aan den Gemeenteraad.
Het rijwielpad aan de Noordzijde van de Spoorstraat is
niet als zoodanig aangewezen.
Het lijkt gewenscht, dat thans tot deze aanwijzing wordt
overgegaan en tevens het voor het algemeen rijverkeer be
stemde gedeelte van deze straat, overeenkomstig artikel 8
van het Motor- en Rijwielreglement, voor het verkeer met
rijwielen in beide richtingen wordt gesloten verklaard.
Een veiliger verkeer over den rijweg zal hiervan het gevolg
zijn. terwijl bedoelde maatregel bovendien het voordeel zal
opleveren, dat de wielrijders niet meer vanwege de voor het
rijwielverkeer weinig geschikte bestrating van de Spoorstraat
aan een omweg over den Academiesingel de voorkeur zullen
behoeven te geven. Na openstelling van het nieuwe stations
postkantoor zal deze regeling van nog meer belang worden.
De eruit voortvloeiende ontlasting van den Academiesingel
zal ook de veiligheid van het verkeer over dien weg ten
goede komen.
In verband met het vorenstaande mogen wij U in over
weging geven, aan artikel 1 der Verkeersverordening toe te
voegen een punt 10, luidende als volgt:
„10. het pad, gelegen aan Noordzijde van de Spoorstraat.
Indien door Uwen Raad in vorenbedoelden zin zal zijn
besloten, zal door ons het voor het algemeen rijverkeer be
stemde gedeelte van meergenoemde straat voor het verkeer
met rijwielen in beide richtingen worden gesloten verklaard.
Burgemeester en Wethouders van Breda;
VAN SLOBBE, Burgemeester.
VAN WOENSEL, Secretaris.