No. 122. BIJLAGEN 1938. 20 Juni 1938, No. V 1769. Aan den Gemeenteraad. Met toepassing van het bepaalde in het derde lid van artikel 395 der Algemeene Politieverordening heeft ons Col lege den Commissaris van Politie de uitvoering opgedragen van verscheidene bepalingen, vervat in het eerste en tweede lid van dat artikel. Zoo is de commisssaris van politie, om enkele voorbeelden te noemen, thans bevoegd ontheffing te verleenen van het verbod om op of aan den openbaren weg als fotograaf of filmoperateur op te treden, te venten, van het verbod om bijen en uitvliegende duiven te houden, om op het ijs van openbare bevroren wateren tenten op te slaan en banen te vegen. De verordening op de heffing van legesgelden staat echter niet toe, dat de deswege verschuldigde legesgelden ook door den commissaris van politie kunnen worden geïnd. Vanzelf sprekend brengt dit bezwaren met zich mede en wordt de administratie daardoor bemoeilijkt. Het is daarom gewenscht, dat ook op het bureau van politie ten behoeve der gemeente leges kunnen worden geïnd. Ook is het in vele gevallen van belang, dat verleende bouw- en andere vergunningen door het kantoor van den gemeente-ontvanger worden uitgereikt en is het rationeel, dat ook daar voor de inning der verschuldigde leges wordt zorg gedragen. Alzoo zal ook het kantoor van dezen functionaris voor de inning moeten worden ingeschakeld. Bovendien is de mogelijkheid niet uitgesloten, dat in het belang van een vlotten gang der administratie straks ook nog aan andere functionarissen de inning dezer gelden zal moeten worden opgedragen. Om bovenbedoelde en toekomstige gevallen geheel te on dervangen, kan op eenvoudige wijze een oplossing worden

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1938 | | pagina 305