No. 146.
146
BIJLAGEN 1938.
VOORSTEL tot het aangaan van een
gemeenschappelijke regeling in zake
den keuringsdienst van vee en
vleesch.
4 Juli 1938,
No. 1/2011.
Aan den Gemeenteraad.
In de vergadering van Uwen Raad, d.d. 24 November
1937, is besloten tot opzegging van de door U in 1933 met
de Raden der gemeenten Chaam, Etten c.a., Ginneken, Prin-
cenhage, Rijsbergen, Terheijden, Teteringen en Zundert ge
sloten gemeenschappelijke regeling, in zake den keurings
dienst van vee en vleesch.
Zooals wij U in ons desbetreffend voorstel, d.d. 2 Novem
ber 1937, No. 1/3172, mededeelden, gold als bezwaar het
bepaalde in de laatste alinea van artikel 7 dier regeling.
Krachtens deze bepaling was het de gemeente Breda name
lijk verboden om van in de buitengemeenten geslacht vleesch
invoerkeurloon te heffen, zoodat geen maatregelen getroffen
konden worden tegen het zich steeds meer uitbreidende euvel,
dat Bredasche slagers hun vee in de buitengemeenten lieten
slachten en zoodoende de verplichte slachting in het open
baar slachthuis te Breda en de daaraan verbonden nauw
gezette keuring ontgingen.
De buitengemeenten is bij de opzegging dan ook te kennen
gegeven, dat de gemeente Breda in een voortzetting van den
gemeenschappelijken keuringsdienst na 1 Januari 1939 slechts
zou toestemmen, indien in de nieuwe regeling, welke overi
gens geen andere voorwaarden zou behoeven te bevatten dan
de bestaande, bedoelde bezwarende bepaling zou worden
weggelaten.
Alle buitengemeenten hebben zich daarop met het aangaan
eener nieuwe regeling op de dezerzijds gestelde voorwaarden
accoord verklaard.
Wil voormelde nadere keuring practisch mogelijk zijn, dan
zal in de Vleeschverordening (gemeenteblad No. 486) nog
aangegeven moeten worden op welke wijze in het stempelmerk
der gemeente Breda de naam „Breda" afgekort zal worden.