ONTWERPBESLUIT. DE RAAD DER GEMEENTE BREDA; overwegende, dat bij zijn besluit van 24 November 1937, goedgekeurd bij besluit van Gedeputeerde Staten van Noord brabant d.d. 5 Januari 1938, krachtens artikel 35 der Woning wet de aanbouw en herbouw is verboden o.m. ten aanzien van een gedeelte der perceelen, kadastraal bekend gemeente Breda, Sectie A, Nos. 6564, 6374 en 6129; dat ingevolge zijn besluit van 12 October 1937 o.m. deze perceelsgedeelten in de naaste toekomst voor den aanleg van een straat zijn bestemd; dat binnenkort tot dezen straataanleg overgegaan zal moe ten worden en de gemeente er dus zeker van moet zijn, dat zij dan over deze perceelsgedeelten zal kunnen beschikken; dat Burgemeester en Wethouders met W. A. A. Vermeu len, eigenaar van perceel No. 6564 en met L. J. J. Vermeu len, eigenaar der perceelen Nos. 6374 en 6129, over den aankoop van vorenomschreven gedeelten dier perceelen in onderhandeling zijn getreden; dat de gevoerde onderhandelingen echter niet doen ver wachten, dat bij minnelijke overeenkomst de beschikking over bedoelde eigendommen verkregen zal kunnen worden; dat het mitsdien wenschelijk moet worden geacht zoodanige maatregelen te treffen, dat de gemeente te zijner tijd tot onteigening zal kunnen overgaan; dat deze onteigening ingevolge het bepaalde in art. 77 der Onteigeningswet dient te geschieden overeenkomstig de artt. 78 en vlg. dier wet; dat tijdens of na de ter inzage ligging van het betrekkelijk plan met bijlage tegen de voorgenomen onteigening geen bezwaren zijn ingebracht;

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1938 | | pagina 369