No. 178
178
BIJLAGEN 1938.
10 Augustus 1938,
No. V/2390.
VOORSTEL tot vaststelling der ver
goeding ex art. 101 der L.O.wet over
1936 aan het bestuur der R.K. u.l.o.-
school aan de Middellaan.
Aan den Gemeenteraad.
Van het bestuur der Opvoeding- en Onderwijsstichting
,,St. Marie" te Huijbergen is inliggende aanvrage*) inge
komen om de gemeentelijke vergoeding, bedoeld in art. 101
der l.o.wet 1920, over het jaar 1936 te mogen ontvangen,
ten behoeve van de R.K. u.l.o.-jongensschool aan de Mid
dellaan. Aangezien deze school is gevestigd in een school
gebouw, dat overeenkomstig het slot van het 2e lid van
art. 80 der l.o.wet in bruikleen is gegeven, dient, bij de vast
stelling der aan voornoemd schoolbestuur uit te keeren ver
goeding, rekening te worden gehouden met het bepaalde in
art. 101 sub 6 dier wet, inhoudende dat voor een school als
bovenbedoeld „als kosten, bedoeld in het 2e lid van art. 101,
niet in aanmerking komen de kosten van instandhouding van
schoolgebouwen, met uitzondering van de geringe en dage-
lijksche reparaties als bedoeld in art. 1619 van het Burgerlijk
Wetboek."
Onder „schoolgebouw", in voormeld lid van art. 101 ge
noemd, moet in het onderhavige geval worden verstaan het
schoolgebouw der openbare u.l.o.-school aan de Ginneken
straat. De kosten van instandhouding dezer school, met uit
zondering van de geringe en dagelijksche reparaties, bedroe
gen over 1936 129,97. De totale kosten der u.l.o.-school aan
de Ginnekenstraat, welke voor vergoeding ex art. 101 over
1936 in aanmerking komen, bedragen 1167,16 (zie ons
voorstel tot vaststelling der vergoeding ex art. 101 over
1936).
Aangezien het gemiddeld aantal leerlingen, dat de open
bare u.l.o.-school in 1936 bezocht, 92 bedraagt, dient de
exploitatievergoeding van de R.K. u.l.o.-school in de Middel
laan over 1936 te worden vastgesteld op: