No. 194
BIJLAGEN 1938.
14 September 1938,
No. V/2698.
Aan den Gemeenteraad.
Doordat de gemeentereiniging zich de laatste jaren hoe
langer hoe meer uitbreidde, werd langzamerhand de moderne
bedrijfsvorm ingevoerd, waardoor de administratie in omvang
toenam.
Met den boekhouder werd deze administratie gevoerd door
den hoofd-opzichter, die echter op 1 Maart j.l. wegens het
bereiken van den vijf en zestigjarigen leeftijd werd ontslagen.
Daar deze administratie thans wordt gevoerd door den
boekhouder en een schrijver, kwam het ons gewenscht voor,
de positie van den boekhouder nader te bezien.
Om een juist inzicht te verkrijgen, hebben wij ons gewend
tot het Verificatiebureau van de Vereeniging van Neder-
landsche Gemeenten, met verzoek ons in te lichten ten aan
zien van de werkzaamheden van den boekhouder bij de
reiniging, in vergelijking met die van dezen functionaris bij
openbare werken.
Hierbij mogen wij U in herinnering brengen, dat dit bureau
belast is met de controle van de boekhouding der gemeente
lijke diensten.
Na een ingesteld onderzoek heeft dit bureau een rapport
uitgebracht, waaruit blijkt, dat de werkzaamheden van de
boekhouders bij genoemde diensten gelijkwaardig zijn.
In verband met het vorenstaande hebben wij dan ook de
eer U voor te stellen om in paragraaf 5 van de salarisver
ordening voor de ambtenaren (gem.blad No. 637) het salaris
van den boekhouder der gemeentereiniging nader vast te
stellen op 2550,— 3000,— met 6 periodieke verhoo
gingen van 75,'waardoor dit salaris gelijk wordt aan
dat van den boekhouder bij openbare werken.
De commissie voor ambtenaarsaangelegenheden kan zich
met dit voorstel vereenigen.
Burgemeester en Wethouders van Breda;
VAN SLOBBE, Burgemeester.
VAN WOENSEL, Secretaris.