233.
No. 233.
"V*
I
tot geringere proporties worden teruggebracht". Kan deze
bewering ook voor Breda gelden? Kan het de consequentie
zijn van deze nieuwe Regeeringspolitiek, dat b.v. de steun
aan de armlastigen wordt gehalveerd? Alleen dan immers
zouden nieuwe duizenden guldens gevonden kunnen worden.
Mocht het in ons land tot een dergelijke afbraak komen, zoo
merken deze leden op, laat dan het centrale gezag hiervoor
de verantwoordelijkheid dragen. Zouden de grootere bij
dragen en dus behoud van de of herkrijgen van meerdere
zelfstandigheid met bovenstaand genoemde of soortgelijke
maatregelen moeten gekocht worden, dan zijn deze leden
niet bereid het wordt bij voorbaat gezegd aan deze
maatregelen eenige medewerking te verleenen.
De werkloosheidszorg, zoo zeggen zij, dient volledig staats
zorg te zijn. Groote uitgaven moet onze gemeente doen,
welke in feite voor 's Rijks rekening moesten komen. Zij
noemen o.a. de uitkeeringen, verstrekt aan kleine zelfstan
digen. Redelijkerwijze mag worden verwacht, dat het Rijk
een deel van de kosten, aan deze crisis-slachtoffers besteed,
voor zijn rekening neemt. Naar hunne meening verdient het
aanbeveling, de Regeering te verzoeken dat deel van het
rapport der staatscommissie, hetwelk aan den steun aan kleine
zelfstandigen is gewijd, reeds nu te doen uitvoeren. Zij vra
gen, of het College deze opvatting kan onderschrijven.
Dezelfde leden zien een zeer groot direct verband tusschen
de gemeentelijke huishouding en de werkgelegenheid. Dit zal
het gemeentebestuur dwingen aan die werkgelegenheid alle
aandacht te blijven schenken. Naar hunne opvatting is de
outillage van het gemeentebestuur met betrekking tot de zoo
hoog noodige uitbreiding der industrie onvoldoende. Zij zien
hierin een taak voor een speciale afdeeling, onder beheer van
een wethouder, die hieraan zijn volle aandacht kan schen
ken. Deze wethouder zou de ontwikkeling van handel en
bedrijf op den voet kunnen volgen, de propaganda en
reclame voor Breda als industriecentrum leiden, onderzoe
kingen kunnen doen op het gebied van voorkeur voor ves
tigingsmogelijkheden, met betrekking tot industrieterreinen,
tarieven enz. Instellen van een aparten dienst voor de eco
nomische ontwikkeling van Breda achten zij wel noodzake-