No. 234 3 Overigens zij opgemerkt, dat de voorgestelde verhooging der schoolgelden, zooals de geprojecteerde begrootingscijfers uitwijzen, niet aanmerkelijk is te noemen. Niettemin betreu ren wij, dat zij zal dienen te worden ingevoerd, omdat de schoolgelden in vele gevallen reeds thans zwaar drukken. Het is naar onze meening niet juist, in het algemeen een verhooging van schoolgeldtarieven te zien als een belasting, welke één groep der bevolking extra belast. In het complex van belastingen vormen ook de schoolgelden een schakel. Wanneer andere belastingen tot het toelaatbare maximum zijn opgevoerd en de schoolgeldtarieven zoodanig zijn, dat ten aanzien hiervan de toelaatbaar geachte hoogte nog niet is bereikt, kan men niet spreken van een eenzijdige belas tingheffing, waardoor één bevolkingsgroep extra wordt ge troffen. Dit zou, naar ons inzicht, eerst het geval zijn, wan neer de tarieven van het schoolgeld in een ongunstige ver houding zouden staan ten aanzien van hetgeen uit anderen hoofde en volgens andere grondslagen van de bevolking wordt gevraagd. Wij zouden niet weten op welke posten alsnog bezuinigd zou kunnen worden, alvorens tot verhooging der schoolgeld tarieven wordt overgegaan. Ons College is er steeds van doordrongen geweest, dat de eisch van bezuiniging voorop dient te worden gesteld. Wie echter de begrootingen van b.v. de laatste zes jaren aandachtig beziet, zal het onmid dellijk duidelijk worden, dat er in de laatste jaren, om tot een sluitend budget te komen, dermate bezuinigd is, dat wij thans geen posten meer kunnen aanwijzen ten aanzien waar van nog inkrimping kan plaats hebben. Het in September 1936 uitgebracht rapport van den bezuinigingsinspecteur, een persoon, die op het gebied van bezuinigen elders zijn sporen verdiend heeft, geeft het volgende oordeel ten aanzien van het beheer van enkele gemeentelijke diensten en instellingen. Gemeente-secretarie: ,,In het algemeen wordt de taak vap de Secretarie door een normaal aantal ambtenaren verricht. Veel is op dezen dienst niet te bezuinigen; wèl schijnt het toe, dat hier en daar een doelmatiger werkverdeeling zou kunnen worden ingevoerd.'

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1938 | | pagina 605