No. 234 10 en de werkverschaffing de volle aandacht van B. en W. hebben. Meerdere leden vragen den inhoud van de circulaire van den Minister van Sociale Zaken aan de gemeentebesturen, waarin aanwijzingen waren gegeven over den financiëel- technischen kant van uitbreiding der werkverschaffing, te mogen vernemen. Het financiëel-technische gedeelte van bedoeld ministe- riëel schrijven luidt als volgt: ,,De Regeering is bereid de hoogere aanspraken, die als „gevolg van deze uitbreiding der werkverschaffing op ge- „wone bijdragen uit het Werkloosheidssubsidiefonds zullen „geboren worden in verband met het verschil tusschen de „kosten van steunverleening en de loonen in werkverschaf fing te aanvaarden." Ook naar de meening van het College van B. en W. is reorganisatie van de Arbeidsbeurs gewenscht. De noodige aandacht zal aan dit vraagstuk worden geschonken. In ons schrijven van 28 September 1938, No. V/2878, hou dende aanbieding der begrooting 1939, komen enkele on juistheden voor. Dit is veroorzaakt doordat de gegevens voor dat schrijven zijn ontleend aan een met spoed bijgewerkt exemplaar der begrooting, daar de kopij van de ontwerp-begrooting zich dan bij den drukker bevindt. Hierdoor is het niet uitgesloten, dat enkele posten met een naastliggend volgnummer zijn aan geduid. Om te voorkomen, dat er onduidelijkheden ontstaan, worden de omschrijvingen der posten mede vermeld. Voorts moet het begeleidend schrijven worden beschouwd als een globaal overzicht van de voornaamste verschillen in de ramingen 1938 en 1939; iedere verhoogde of verlaagde raming kan hierin niet worden toegelicht; daarvoor dient de memorie van toelichting. De definitieve uitkeering 1935/36 is ruim 17.000,— hooger dan de vermoedelijke uitkeering over dat tijdvak zooals werd vermeld (n.l. 208.741,10 191.154,74) en niet ruim 18.000,hoe men tot een bedrag van 18.523,17 komt, is niet te verklaren. De ver-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1938 | | pagina 612