No. 245 VOORSTEL tot vaststelling van het BIJLAGEN 1938. 245 bedrag, bedoeld in art. 55 bis, le lid, 21 November 1938, en in art 101> 3e Ud der L0.wet No. V/3538. 1920. Aan den Gemeenteraad. Ingevolge het bepaalde in artikel 55bis der lager onder wijswet 1920, welk artikel in die wet is gevoegd bij de wet van 22 Mei 1937, S. nr. 323, dient Uw College jaarlijks, tege lijk met het vaststellen van de begrooting van inkomsten en uitgaven der gemeente, het bedrag te bepalen, dat per leer ling voor de openbare lagere scholen, onderscheidenlijk voor gewoon en voor uitgebreid lager onderwijs, in het jaar, waar voor de begrooting geldt, wordt beschikbaar gesteld ter be strijding van de kosten, bedoeld in artikel 55, onder e tot en met h en o, alsmede die van instandhouding, met dien verstande, dat deze, voor zooveel betreft de kosten voor het aanschaffen van schoolboeken, leermiddelen en schoolbehoef- ten, bedoeld in artikel 55 onder f, alleen in aanmerking komen, indien deze aanschaffing strekt tot vervanging van leer- en hulpmiddelen, die ten gevolge van langdurig gebruik niet meer gebruikt kunnen worden of tot aanvulling van den voorraad van schoolbehoeften, in verband met de vermin dering door verbruik. De in artikel 55 onder e tot en met h en o bedoelde kosten, zoomede die van instandhouding, kunnen, voor wat de totaal uitgaven voor beide soorten van onderwijs betreft, uit de begrooting zelve (c.q. onderhoudsbegrooting) worden afge lezen. De post „aanschaffing schoolboeken'' enz. is in de toe lichting der begrooting nader gespecificeerd, zoodat daaruit blijkt, welk bedrag wordt beschikbaar gesteld voor aanschaf fingen anders dan wegens vervanging of aanvulling wegens slijtage. In verband met de bij Koninklijk Besluit van 7 Octo ber 1938, No. 16, genomen beslissing, dat de z.g. „algemeene onkosten", door den dienst van openbare werken in rekening gebracht voor werkzaamheden ten behoeve der openbare scholen, bij de vaststelling van het kostenbedrag per leerling

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1938 | | pagina 657