No. 249
2
4. bij extra aflossing vóór 15 Februari 1942 is over het
buitengewoon af te lossen bedrag 1 boete verschul
digd.
5. de belastingen, welke van aflossing of van rente der
leening mochten worden geheven, komen ten laste van
de gemeente.
6. afsluitprovisie 34
Deze laatste aanbieding is voordeeliger dan die van de
huidige geldgeefster; immers is niet alleen de rente 34
per jaar lager, doch bovendien is ook de termijn, waarin
zonder boetebetaling tot buitengewone aflossing kan worden
overgegaan 2 jaar korter.
Deze voordeelen wegen naar onze meening wel op tegen
de afsluitprovisie van 34 welke voor de laatste leening
verschuldigd is.
Wij stellen U voor, per 15 Februari 1939 aan te gaan een
geldleening, groot 131.250, met den geldgever, genoemd
in het ter inzage liggend concept-leeningscontract met ont-
werp-raadsbesluit onder de daarin genoemde voorwaarden,
ten einde met deze gelden buitengewoon af te lossen het res
tant der 43/8 geldleening 1934, oorspronkelijk groot
175.000,aangegaan met de Hollandsche Sociëteit van
Levensverzekeringen N.V. te Amsterdam.
Burgemeester en Wethouders van Breda;
VAN SLOBBE, Burgemeester.
VAN WOENSEL, Secretaris.