No. 254.
254
BIJLAGEN 1938.
NOTA inzake wijziging der gemeente-
begrooting en der bijbegrootingen
van het Electriciteits- en het Gas
bedrijf, alle voor 1939.
23 November 1938,
Aan den Gemeenteraad.
I. INKOMSTEN.
Volgnr. 5.
Bij rondschrijven van 21 October j.l. Generale Thesaurie,
afdeeling begrootingszaken, No. 157, bericht de Minister van
Financiën, dat de voorloopige uitkeering ingevolge art. 3
onder c der wet Financieele Verhouding voor het uitkee-
ringstijdvak 1939/1940 kan worden gesteld op 112,35 van
de definitieve uitkeering voor 1936/1937.
Bij de primitieve begrooting is aangenomen, dat dit per
centage zou zijn 112,14 zoodat de voorloopige uitkeering
1939/1940 0,21 hooger zal zijn dan daar werd veronder
steld, dus 0,21 van 197.385,04 of 414,51. Ten bate
van den dienst 1939 komt hiervan gedeelte of 310,88,
waarmede de raming op onderdeel a wordt verhoogd.
Volgnr. 161A/161B.
Door de wijzigingen, in dit voorstel verwerkt, zal het tekort
van de begrooting 1939 41.259,12 grooter worden en dus
stijgen tot 336.080,42.
Wegens extra-bijdrage uit het Werkloosheidssubsidie-
fonds kan tot dekking van dit tekort worden geraamd (volg-
nrs. 137C en 137D) in totaal 164.154,02, zoodat de aan
te vragen belastingbijdrage uit het Werkloosheidssubsidie-
fonds zal moeten bedragen 336.080,42 164.154,02 of
171.926,40. Op de volgnrs. 161A en 161B was op de be
grooting, met inbegrip van de le wijziging, geraamd
130.667,28; verhooging met 41.259,12 moet dus plaats
hebben.
Op volgnr. 161A komt hiervan 70 of 28.881,38 en op
volgnr. 161B het restant ad 30 of 12.377,74.