No. 32. 2 De garages, die bij invoering der autotractie noodig ble ken, zijn in verband met de onzekerheid, of de reiniging ter plaatse zou kunnen worden gehandhaafd als nood- garages uitgevoerd van gegolfd plaatijzer. Ze kunnen niet verwarmd worden, hetgeen des winters veel tijdverlies geeft, doordat het koelwater der radiateurs dan des avonds moet worden afgetapt en de radiateurs des morgen weer met warm water moeten worden gevuld. De eerste dezer garages heeft bovendien slechts deurope ningen van 2,39 M. breedte, zoodat alleen de smalste wagens daarin kunnen. De paardenstal, die als garage is ingericht, kan evenmin worden verwarmd en is bovendien te laag voor de trommel vuilnisauto's. Daar van verbetering en uitbreiding van het bestaande niets goeds valt te verwachten, is het op bijgevoegde teeke- ning weergegeven plan ontworpen tot het bouwen van nieuwe werkplaatsen tusschen het kantoor en de tweede noodgarage, waarbij de eerste noodgarage dus komt te ver vallen. In dit plan is een ruimte geprojecteerd voor het smeden, lasschen en bankwerken en het reviseeren van motoren. Be halve voor de noodige machines, werktuigen, enz. is er plaats voor de te repareeren kleine voertuigen. Aan deze ruimte grenst het magazijn. Onder beide even- genoemde vertrekken zijn de verwarmingskelders, een op slagplaats voor rubberartikelen en een gasvrije kelder ge projecteerd, in welke laatste de ontsmettingsploegen van den luchtbeschermingsdienst kunnen worden ondergebracht en die tevens als vluchtkelder voor particulieren dienst kan doen. Naast de smederij is de montagewerkplaats gelegen. De grootte hiervan is bepaald om drie auto's tegelijk on derhanden te kunnen nemen. De lengte, tusschen de berg ruimten, is 12 M.; de grootste auto's zijn 2,25 M. breed en met open deuren 3,40 M. Ligt ter visie in de Leeskamer.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1938 | | pagina 68