BIJLAGEN 1938.
No. 259.
259
14 December 1938,
No. 1/3813
Mededeelingen omtrent het onder
zoek naar de bruikbaarheid van
brandputten.
Aan den Gemeenteraad.
Door Uwen Raad is overeenkomstig ons voorstel, d.d. 27
Januari 1938, No. I 253 ibijlagen 1938 No. 20), in zijn ver
gadering van 3 Maart d. o. v. een crediet van f 345,
beschikbaar gesteld, opdat wij zouden kunnen doen nagaan,
in hoeverre de in deze gemeente aanwezige brandputten
voor noodgevallen bruikbaar zouden zijn te maken.
Het daarop ingesteld onderzoek heeft uitgewezen, dat het
nut, dat bedoelde putten zouden kunnen opleveren, niet hoog
mag worden aangeslagen.
De putten blijken te weinig water te bevatten om als
brandput met natuurlijke voeding van belang te zijn. Ook
de waterhoeveelheden, welke zij zouden kunnen bevatten,
indien zij tot waterreservoir werden omgebouwd, zijn niet
van dien aard, dat er in de practijk veel van kan worden
verwacht.
Overwogen is voorts nog, of het maken van bronnen in
bedoelde putten geen aanbeveling zou verdienen. Echter ook
dit denkbeeld bleek niet voor verwezenlijking vatbaar. De
ondergrond van de gemeente Breda is namelijk weinig gun
stig, zoodat slechts diepboringen tot practische resultaten
zouden leiden. De kosten van diepboringen zijn echter van
dien aard één diepboring vraagt naar schatting rond
f 3000,dat het om financieele redenen niet verantwoord
zou zijn daartoe te besluiten.
Burgemeester en Wethouders van Breda;
VAN SLOBBE, Burgemeester.
VAN WOENSEL, Secretaris.