36
No. 36.
VOORSTEL tot het nemen van een
nieuw raadsbesluit in zake het aan
gaan van tijdelijke kasgeldleeningen
voor den dienst 1938.
Aan den Gemeenteraad.
In Uw vergadering van 1 Februari 1938 (bijlagen 1938
No. 21) werd besloten ten laste van het dienstjaar 1938 aan
te gaan tijdelijke kasgeldleeningen tot een maximumbedrag
van 1.500.000,Het daarop betrekking hebbend besluit
werd nadien ingezonden ter goedkeuring aan Gedeputeerde
Staten dezer provincie.
Bij de terugzending van het goedgekeurde besluit, dat te
Uwer kennisneming hierbij gaat merkt dit college op:
a. dat het bepaalde onder 2a kan worden weggelaten als
gevolg van het bepaalde bij art. XXXVIII der wet van 22
April 1937, S. No. 311;
b. dat het gestelde onder 2d ware te wijzigen in dier
voege, dat het besluit van Burgemeester en Wethouders, tot
opneming van kasgeld eerst van kracht zal worden, nadat
het de goedkeuring van Gedeputeerde Staten heeft ver
kregen.
Vervolgens wordt verzocht een nieuw raadsbesluit, waarbij
met het bovenstaande rekening is gehouden, aan hun goed
keuring te onderwerpen.
Aangezien hiertegen geen bezwaren bestaan, hebben wij
de eer U voor te stellen aan dit verzoek te voldoen.
Burgemeester en Wethouders van Breda:
VAN SLOBBE, Burgemeester.
VAN WOENSEL, Secretaris.
Ligt ter visie in de Leeskamer.
BIJLAGEN 1938.
18 Februari 1938,
No. V/537.