No. 48
- 2 -
wegje inbreuk maakt op de op dat weggedeelte gevestigde
erfdienstbaarheid van uitweg.
Dit bezwaar is niet gegrond.
Immers ook indien dit wegje niet meer voor een ieder toe
gankelijk gesteld zal behoeven te worden, zal van de daarop
gevestigde erfdienstbaarheden nog op dezelfde wijze als vóór
de onttrekking aan het openbaar verkeer gebruik gemaakt
kunnen worden.
Beide aangelegenheden staan naast elkander.
In verband met het vorenstaande hebben wij de eer U voor
te stellen, overeenkomstig bijgaand ontwerp te besluiten tot
onttrekking aan het openbaar verkeer van meervermeld wegje
en adressant, met mededeeling van het hiervoren ter zake
opgemerkte, te doen weten dat zijn bezwaren niet gegrond
zijn.
Ter voorkoming van misverstand mogen wij U intusschen,
wellicht ten overvloede, nog doen opmerken, dat wij zullen
doen nagaan, of er mogelijk op de betreffende perceelen nog
erfdienstbaarheden zijn gevestigd, welke aan een regelmatige
bebouwing ter plaatse in den weg zouden kunnen staan.
Mocht dit het geval blijken te zijn, dan zullen de noodige
maatregelen worden voorbereid.
Burgemeester en Wethouders van Breda;
VAN SLOBBE, Burgemeester.
JASPERS, loco-Secretaris.
Ligt ter visie in de Leeskamer.