ONTWERPVERORDENING op de heffing van begrafenisrechten en rechten voor het gebruiken der algemeene begraafplaats van de gemeente Breda. Artikel 1. 1. Voor het begraven van lijken en voor het gebruiken van grafruimte op de algemeene begraafplaats wordt een belasting geheven onder den naam gegraafrechten". 2. De belasting is verschuldigd door den verkrijger van het eigen graf of bij gebreke van dien door dengene, die van de begraafplaatsen of de diensten der gemeente gebruik maakt. Artikel 2. 1. Voor het begraven van een lijk worden de volgende rechten geheven: in een graf in de eerste klasse40, in een graf in de tweede klasse29, in een graf in de derde klasse7,50: in een graf in de vierde klasse2, 2. Voor het begraven van het lijk van een kind beneden het jaar wordt een vierde, voor het begraven van het lijk van een kind van een tot twaalf jaar wordt de helft van deze rechten geheven. 3. Voor het begraven van lijken van onvermogenden en van het lijk van een pasgeboren kind ,dat tegelijk en in de zelfde kist als de moeder wordt begraven, worden geen rech ten geheven. Voor onvermogend wordt niet gehouden hij, die bij zijn overlijden lid was van een begrafenisfonds of wiens nabe staanden aanspraak kunnen maken op een uitkeering krach tens eenige verzekering te zijnen name.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1939 | | pagina 133