53 No. 53 VOORSTEL tot wijziging van de ver- ordeningen, regelende de levering van gas, electriciteit en water. Aan den Gemeenteraad. Wij hebben de eer het navolgende onder de aandacht van Uwen Raad te brengen. Artikel 30 en het daarop aansluitende artikel 32 der Elec- triciteitsverordening luiden als volgt: Artikel 30. ,,Aan ieder, die handelt in strijd met een der bepalingen van deze verordening of van eenige daaruit voortvloeiende overeenkomst, dan wel misbruik maakt van een door de gemeente bij hem geplaatsten meter of eenig ander apparaat kan, onverminderd andere maatregelen, voor elke overtre ding door de directie een boete worden opgelegd van ten hoogste 100, Artikel 32. „Gedurende een termijn van vier weken kunnen belang hebbenden bij Burgemeester en Wethouders bezwaren in dienen tegen een beslissing van de directie. Deze termijn vangt aan te loopen den dag na dien waar op de beslissing, waartegen bezwaren worden ingediend, is genomen.'' Deze artikelen nu kunnen ons inziens tot moeilijkheden aanleiding geven. Immers, zij geven niet duidelijk aan, dat het de Directie der Lichtbedrijven en ons college zijn, die uitmaken, of er al dan niet reden bestaat om een boete op te leggen, zoodat het niet uitgesloten lijkt, dat de rechter aan wien een bepaald geval wordt voorgelegd, bij de redactie van thans van oordeel zal zijn, dat hij moet uitmaken, of er van een overtreding kan worden gesproken. Een verduidelijking ten deze wil ons wel gewenscht voor komen. BIJLAGEN 1939. 22 Maart 1939, No. 1/961.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1939 | | pagina 143