No. 53.
- 2
Voorts wekt de aanhef van artikel 30 „Aan ieder, die
handelt in strijd met etc." naar onze meening den indruk,
dat ook iemand, die voor de betreffende stroomlevering niet
contractueel met de gemeente verbonden is, ingevolge de
verordening beboet kan worden, hetgeen toch niet het ge
val is.
De electriciteitsverordening is immers geen strafverorde
ning, doch slechts een regeling, welke de inhoud aangeeft der
door de gemeente te sluiten contracten inzake de levering
van electrischen stroom.
Bestaat er reeds om deze reden voor een wijziging ten deze
alle aanleiding, zij klemt te meer omdat het aanbeveling ver
dient vast te leggen, dat degene, die zich contractueel met
de gemeente verbonden heeft, ook aansprakelijk is voor de
door derden aangerichte schade. De huidige beperking van
de aansprakelijkheid tot die gevallen, waarbij van eigen schuld
kan worden gesproken, heeft in een civielrechtelijke regeling
als deze geen zin en is er denkelijk in verzeild geraakt, om
dat men deze aangelegenheid voorheen wel als een straf
rechtelijke bezien heeft.
In verband met het vorenstaande hebben wij de eer U
voor te stellen de electriciteitsverordening overeenkomstig
bijgaand ontwerp te herzien.
Aangezien intusschen de artikelen 29a en 30 der gas-
verordening en de artikelen 18 en 19 der waterleidingver
ordening, dezelfde bezwaren kennen, stellen wij U voor, deze
verordeningen op dienovereenkomstige wijze te herzien. Ook
de daartoe strekkende ontwerp-besluiten gaan hiernevens.
De Gascommissie kan zich met dit voorstel vereenigen.
Burgemeester en Wethouders van Breda;
VAN SLOBBE, Burgemeester.
VAN WOENSEL, Secretaris.