A. ONTWERPBESLUIT. DE RAAD DER GEMEENTE BREDA; Gezien het desbetreffend voorstel van Burgemeester en Wethouders d.d. 22 Maart 1939, No. 1/961; BESLUIT: vast te stellen de navolgende verordening tot wijziging van de Verordening, regelende de voorwaarden voor de levering van electriciteit voor verlichting, beweegkracht en andere doeleinden door de gemeente Breda (Gemeenteblad No. 297), zooals deze laatstelijk is gewijzigd bij zijn besluit d.d. 10 Juni 1938, (Gemeenteblad No. 741). Artikel I. Artikel 30 wordt gelezen: Indien is gehandeld in strijd met een der bepalingen van ,,deze verordening of van eenige daaruit voortvloeiende over eenkomst, misbruik is gemaakt van een door de gemeente „geplaatsten meter of eenig ander apparaat, dan wel op „eenigerlei andere wijze hinder of schade is veroorzaakt, kan „dengene aan wien de electriciteit wordt geleverd en den „eigenaar van het betreffende perceel, onverminderd andere „maatregelen, voor elke overtreding door de directie een „boete worden opgelegd van ten hoogste 100, „De directie beslist in hoogste instantie met uitsluiting van „den burgerlijken rechter." Artikel II. Artikel 32 wordt gelezen: „Indien belanghebbenden binnen een termijn van vier „weken hierom verzoeken, kunnen Burgemeester en Wet houders van een opgelegde boete ontheffing verleenen. „Deze termijn vangt aan te loopen den dag na dien, waar- „op de beslissing, waarbij de boete is opgelegd, is genomen." Gedaan in de openbare vergadering van den Raad der gemeente Breda van 1939. Voorzitter. Secretaris.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1939 | | pagina 145