c. ONTWERP-BESLIIIT. DE RAAD DER GEMEENTE BREDA; Gezien het desbetreffend voorstel van Burgemeester en Wethouders d.d. 22 Maart 1939, No. 1/961; BESLUIT: vast te stellen de navolgende verordening tot wijziging van de Verordening, regelende de voorwaarden voor de levering van water uit de waterleiding der gemeente Breda (Gemeenteblad No. 598), zooals deze laatstelijk is gewijzigd bij zijn besluit van 10 Juni 1938 (Gemeenteblad No. 740). Artikel I. Artikel 18 wordt gelezen: „Indien is gehandeld in strijd met een der bepalingen van „deze verordening of van eenige daaruit voortvloeiende over eenkomst, misbruik is gemaakt van een door de gemeente „geplaatsten meter of eenig ander apparaat, dan wel op „eenigerlei andere wijze hinder of schade is veroorzaakt, kan „dengene aan wien het water wordt geleverd en den eigenaar „van het betreffende perceel, onverminderd andere maat regelen, voor elke overtreding door de directie een boete „worden opgelegd van ten hoogste 100, „De directie beslist in hoogste instantie met uitsluiting van „den burgerlijken rechter." Artikel II. Artikel 19 wordt gelezen: „Indien belanghebbenden binnen een termijn van vier we- „ken hierom verzoeken, kunnen Burgemeester en Wethouders „van een opgelegde boete ontheffing verleenen. „Deze termijn vangt aan te loopen den dag na dien, waar- „op de beslissing, waarbij de boete is opgelegd, is genomen." Gedaan in de openbare vergadering van den Raad der gemeente Breda van 1939. Voorzitter. Secretaris.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1939 | | pagina 149