No. 55
55
BIJLAGEN 1939.
22 Maart 1939,
No. 1/969.
VOORSTEL met betrekking tot de
Commissie voor de Handelsavond
school en de Commissie van toezicht
op het Middelbaar Onderwijs, als
mede tot vaststelling van een nieuw
reglement voor de Handelsavond
school.
Aan den Gemeenteraad.
De Wet op het Middelbaar Onderwijs eischt de instelling
van plaatselijke commissies van toezicht, door den gemeen
teraad te benoemen, met dien verstande, dat sinds de wij
ziging, aangebracht bij de Wet van den 22ste'n April 1937,
S. 320, twee leden van de commissies van toezicht op de
H.B.S. A en op' de handelsscholen moeten worden benoemd
door de Kamer van Koophandel en Fabrieken, terwijl de
leden van de Commissies op de H.B.S.(en) en landbouw
scholen alleen door den Raad worden benoemd.
Omdat wij het niet juist achtten de zeer beperkte taken,
die aan deze commissies zijn opgedragen en die zijn om
schreven in de artikelen 50 tot en met 52 der Middelbaar
Onderwijswet over verschillende commissies te versnipperen,
hebben wij ons tot de Kamer van Koophandel gewend met
de mededeeling, dat alhier een commissie van toezicht op het
Middelbaar Onderwijs bestond, gevormd door den Heer Mr.
E. van Mierlo, als voorzitter en door de heeren Ir. W. Thun-
nissen en Ir. W. Hofman als leden, die het toezicht op de
4 bovengenoemde soorten scholen zou kunnen blijven uit
oefenen, indien de Kamer, met ons van oordeel, dat het niet
gewenscht was de commissie te groot te maken, de beide
laatstgenoemde heeren ook harerzijds wilde aanwijzen. De
Kamer ging hiermede accoord, zoodat nu het toezicht op het
Middelbaar Onderwijs in zijn geheêlen omvang aan deze
commissie kan worden toevertrouwd.
Wel krijgt daardoor de Kamér van Koophandel indirect
eenig toezicht ook op de scholen, waarmee zij eigenlijk geen
bemoeienis behoeft te hebben, doch dit bezwaar mag niet
tellen.