8
No. 8
BIJLAGEN 1939.
VOORSTEL tot invoering van z.g.
gezinstarieven voor de levering van
gas en electriciteit.
6 Januari 1939,
No. 1/81.
Aan den Gemeenteraad.
In beginsel heeft ons college het standpunt van hen, die
in Uw midden reeds meerdere malen naar voren brachten,
dat bij de vaststelling der tarieven voor gas, water en elec
triciteit rekening ware te houden met verschil in draagkracht
tusschen de verbruikers nimmer onjuist geoordeeld.
Wij meenden intusschen, dat deze inschakeling van het
sociale element in de tarieven-politiek slechts van zóó gering
belang kon zijn, dat verwezenlijking niet urgent kon worden
genoemd.
Uw herhaalde aandrang echter heeft ons ertoe gebracht,
ten deze niet langer weerstand te bieden.
Het ontwerp-besluit, dat wij Uwen Raad bij dezen ter
vaststelling aanbieden, spreekt intusschen slechts over de
gas- en stroomtarieven.
Gezinstarieven ook voor het waterverbruik lijken ons niet
wel aanvaardbaar zoolang de gemeente Breda slechts een
gedeelte harer inwoners van water voorziet.
Alhoewel bijgaand ontwerp-besluit geen uitvoerige toe
lichting eischt, zij toch onder Uw aandacht gebracht, dat het
ervan uitgaat, dat een gevarieerd tarief in verband met de
gezinsgrootte slechts daar op zijn plaats is, waar het een ver
bruik geldt voor huishoudelijke doeleinden. Het zou naar ons
oordeel volstrekt onjuist zijn, ook de op een bedrijf rustende
lasten naar gelang van de draagkracht zijner bezitters te
doen varieeren.
Geheel consequent kan dit standpunt evenwel niet worden
doorgevoerd. Indien het verbruik voor huishoudelijke en
zakelijke doeleinden over één meter wordt gemeten is een
splitsing niet doenlijk. Wél zou men het verbruik voor elk
dezer doeleinden, eventueel naar bepaalde maatstaven kun
nen doen schatten, doch deze schatting zou nimmer een zui-
