56
No. 56
BIJLAGEN 1939.
VOORSTEL tot aanvulling van
artikel 2 der verordening regelende
de rangen, het aantal, de samen
stelling, de eischen van benoem
baarheid en de bezoldiging van
de ambtenaren van politie.
22 Maart 1939,
No. 1/978.
Aan den Gemeenteraad.
Ingevolge artikel 2 der verordening regelende de rangen,
het aantal, de samenstelling, de eischen van benoembaarheid
en de bezoldiging van de ambtenaren van politie der ge
meente Breda (gemeenteblad No. 677) is het gemeentelijk
politiecorps samengesteld, behalve uit enkele hoogere ambte
naren van politie en eenig administratief personeel, uit ten
minste 8 en ten hoogste 10 hoofdagenten en uit ten minste
70 en ten hoogste 85 agenten der eerste en tweede klasse.
In gewone omstandigheden kan voor de handhaving van
de orde en rust in deze gemeente met dit aantal agenten
worden volstaan.
Mocht echter om de een of andere reden onder de be
volking een zekere onrust ontstaan, dan zal naar ons oordeel
een bezetting van 85 agenten veelal te gering blijken te zijn.
Met het oog daarop verdient het ons inziens aanbeveling,
dat de mogelijkheid wordt geopend om in bijzondere om
standigheden het politiecorps te versterken en hebben wij de
eer U voor te stellen aan artikel 2 van voormelde verorde
ning toe te voegen een tweede lid, luidende als volgt
,,In bijzondere omstandigheden kunnen voor een bepaalden
tijd in tijdelijken dienst worden aangesteld ten hoogste 100
onbezoldigde agenten van politie".
Burgemeester en Wethouders van Breda;
VAN SLOBBE, burgemeester,
VAN WOENSEL, secretaris.