No. 86
86
BIJLAGEN 1939.
3 Mei 1939,
No. 1/1465.
VOORSTEL tot reorganisatie van de
gemeentelijke arbeidsbeurs.
Aan den Gemeenteraad.
Bij de behandeling der begrooting voor het dienstjaar 1939
hebben verschillende leden uit Uw midden als hun meening
te kennen gegeven, dat de gemeentelijke arbeidsbeurs als
orgaan voor arbeidsbemiddeling niet voldoende functioneert
en te weinig reëele beteekenis voor het bedrijfsleven bezit.
Een reorganisatie van dien dienst werd dan ook noodzakelijk
geoordeeld.
Men argumenteerde deze zienswijze in het bijzonder door
erop te wijzen, dat de arbeidsbeurs, zooals deze thans werkt,
den werkzoekende te veel vrijheid geeft om zich te laten in
schrijven bij die vakgroep, waarbij hij al of niet terecht meent
te behooren. Dientengevolge zou namelijk in het algemeen
niet in de eerste plaats de vakbekwaamheid, doch veelal meer
het daarin te verdienen loon den doorslag geven bij de in
schrijving als werkzoekende.
Hiermede staat in nauw verband het tweede aangevoerde
bezwaar. De inschrijving bij de arbeidsbeurs van werkzoe
kenden onder andere vakgroepen dan die, waaronder zij
werkelijk behooren, zou namelijk tengevolge hebben, dat
den werkgever, die zich voor het bekomen van bepaalde
vaklieden tot de arbeidsbeurs wendt, in geenen deele de
verzekering kan worden gegeven, dat de door de beurs
opgegeven werkzoekenden inderdaad aan redelijke eischen
van vakbekwaamheid en geschiktheid voldoen.
Het wil ons voorkomen, dat deze grieven niet geheel on
gegrond kunnen worden genoemd.
De door de arbeidsbeurs verzamelde gegevens omtrent
vakbekwaamheid en geschiktheid hebben veelal een slechts
betrekkelijke waarde, omdat deze in menig geval berusten
op door de betrokkenen zelve gegeven inlichtingen of op ge
gevens, afkomstig van vroegere werkgevers, die, om welke
redenen dan ook, niet steeds met de gewenschte objectiviteit