No. 86. - 2 - worden verstrekt. Een werkelijk en objectief onderzoek om trent de juistheid der verstrekte gegevens heeft in vele ge vallen niet plaats gehad en ook niet kunnen plaats hebben. Voor de werknemers ontstaat hierdoor bovendien nog de kans, dat zij op het werk, waarbij zij door bemiddeling van de arbeidsbeurs zijn geplaatst, wegens onvoldoende vakbe kwaamheid niet kunnen worden gehandhaafd. Ten einde aan deze bezwaren tegemoet te komen, lijkt het ons gewenscht, de mogelijkheid te openen, dat aan de arbeids beurs deskundige personen uit verschillende takken van het bedrijfsleven hun medewerking verleenen, die in staat zijn na te gaan ,bij welke vakgroep een arbeider behoort te wor den ingeschreven, of zijn inschrijving na eenigen tijd van werkloosheid kan worden gehandhaafd, dan wel of de te zijnen aanzien verzamelde gegevens gewijzigd dienen te worden. Bij deze wijze van werken zal men zich dan ook eerder met kennis van zaken kunnen beraden over belangrijke vra gen als handhaving en opvoering van de arbeidsvaardigheid door herscholing, training, enz. Dit alles kan via het bepaalde in paragraaf 5 van Hoofd stuk II der Arbeidsbemiddelingswet 1930, Stbl. No. 433, be reikt worden, door het instellen van vakafdeelingen met daar aan verbonden vakcommissiën voor afzonderlijke beroepen en beroepsgroepen. De samenstelling der vakcommissiën kan op dezelfde wijze plaats hebben als die van de Commissie van toezicht op den Dienst. Een lid van ons College, door ons te benoemen, kan voorzitter dezer commissiën zijn, terwijl de directeur van den Dienst als secretaris kan fungeeren. Bovendien lijkt het ons billijk, dat op den voet van het bepaalde in artikel 8 der verordening voor de leden der Commissie van toezicht, ook aan de leden der vakcommissiën voor het bezoeken der ver gaderingen en het houden van andere zittingen een presen tiegeld wordt toegekend. In verband met het vorenstaande lijkt het ons gewenscht, de taak van den Dienst iets ruimer te omschrijven dan thans in artikel 1 der bestaande verordening (Gemeenteblad no.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1939 | | pagina 240