No. 86
- 6 -
kassen ten opzichte van die leden dezer kassen, die binnen
de gemeente BREDA woonachtig zijn.
2. Indien de Dienst van oordeel is, dat bezwaar moet
worden gemaakt tegen eene beslissing tot uitkeering, als be
doeld in het eerste of derde lid van artikel 9 van het Werk
loosheidsbesluit 1917, wordt daarvan ten spoedigste mede-
deeling gedaan aan Burgemeester en Wethouders.
3. Indien het ten onrechte uitgekeerde bedrag overeen
komstig het bepaalde bij artikel 10, 3e lid van het Werk
loosheidsbesluit 1917 behoort te worden teruggevorderd,
gaat de in het tweede lid bedoelde mededeeling van een
daartoe strekkend voorstel vergezeld.
Artikel 3.
1. De Dienst bevordert zooveel mogelijk het verkrijgen
van en het voldoen aan aanvragen om bemiddeling bij het
zoeken naar arbeidskrachten en arbeidsgelegenheden, ook
buiten de gemeente.
2. Aanvragen van in de gemeente gevestigde personen
zullen in het algemeen den voorrang hebben boven die van
personen buiten de gemeente.
Artikel 4.
1. Aan het hoofd van den Dienst staat een directeur,
aan wien het personeel ondergeschikt is en wien de regeling
van alle werkzaamheden is opgedragen.
2. De directeur wordt door den Raad benoemd uit eene
voordracht van ten minste twee personen, opgemaakt door
Burgemeester en Wethouders.
Ontslag geschiedt door den Raad.
3. Aan den directeur kan vast en tijdelijk personeel wor
den toegevoegd.
Artikel 5.
1. Het toezicht op den Dienst berust bij een Commissie
van toezicht, bestaande uit een voorzitter, tevens lid, en 8
leden, van welke laatsten 4 moeten zijn werkgevers of ver-