No. 16
BIJLAGEN 1939.
25 Januari 1939,
No. V/303.
Aan den Gemeenteraad.
Het is ons gebleken, dat ten kantore van den Gemeente-
Ontvanger een ambtenaar is, die werkzaamheden verricht,
waarvan de kwaliteit belangrijk uitgaat boven de beteekenis
van de functie, waarin hij volgens de geldende salarisregeling
is ingedeeld.
Door uitbreiding der werkzaamheden en wijziging in de
personeelsbezetting, waarvan verbetering der werkverdeeling
het gevolg was, is deze toestand langzamerhand gegroeid.
Het komt ons dan ook niet juist voor, dat een ambtenaar,
die grootendeels kassierswerk verricht en dus een groote
geldelijke verantwoording heeft, in den rang van schrijver
werkzaam is.
In verband met het vorenstaande hebben wij dan ook de
eer U voor te stellen, in par. 9 van de „Verordening, rege
lende de bezoldiging van de ambtenaren in dienst der ge
meente Breda", (gem.blad No. 637) op te nemen den rang
van klerk, op een salaris van 1850,2300,met 6
jaarlijksche periodieke verhoogingen van 75,
In par. 3 van genoemde verordening is opgenomen de
functie bouwkundig hoofdambtenaar op een salaris van
3650,4550,en de functie van technisch hoofd
ambtenaar op een salaris van 3500,4400,
Aangezien de werkzaamheden van deze beide functiona
rissen geheel gelijkwaardig zijn, doet het vreemd aan, dat
de salarissen niet gelijk zijn.
Wij hebben dan ook de eer U voor te stellen, het salaris
van den technisch hoofdambtenaar te verhoogen tot
3650,4550,—.
De Commissie voor ambtenaarsaangelegenheden, kan zich
met bovenstaande wijzigingen vereenigen.
Burgemeester en Wethouders van Breda;
VAN SLOBBE, Burgemeester.
VAN WOENSEL, Secretaris.