142
No. 142
BIJLAGEN 1939.
VOORSTEL tot het aangaan van
een overeenkomst met den Staat
der Nederlanden, betreffende rui
ling van een gedeelte van de om
gelegde Zaanmark met een ge
deelte van de oude bedding van
dat riviertje.
Aan den Gemeenteraad.
Door de stelselmatige bebouwing van den Boeimeerpolder
is de „Zaanmark" thans voor de ontwikkeling en verdere
bebouwing hinderlijk gelegen, zoodat het wenschelijk is den
loop van dat riviertje eenigszins te wijzigen.
Gedeeltelijke wijziging heeft reeds in overleg met het
betrokken Waterschap „de Boven-Mark" plaats gehad, het
geen IJ uit de bijgevoegde teekening Nr. 73-546 voldoende
zal blijken.
Het omgelegde gedeelte van de Zaanmark is op de
teekening in blauwe en gele kleur aangegeven. Het gedeel
te van de voormalige, thans vrijgekomen bedding, is blauw
en geel gearceerd aangegeven.
De verlegging is, wat betreft het gedeelte in blauwe kleur
aangegeven, geschied op het terrein, hetwelk eigendom is
van de gemeente Breda. Het omgelegde gedeelte, in gele
kleur aangegeven, stroomt over grond, welke eigendom is
van de N.V. Bredero's Bouwbedrijf (B.B.B.) te Utrecht.
In verband met een behoorlijke bebouwing ter plaatse
is het noodzakelijk, dat de ondergrond van de oude bedding
(thans nog rijkseigendom) wordt geruild met die van de
nieuwe bedding (gezamenlijk eigendom van de gemeente en
de B.B.B.). Hiervoor is noodig een overeenkomst tusschen
den Staat der Nederlanden en deze gemeente, waarbij het
gedeelte van de omgelegde Zaanmark, in blauwe kleur aan
gegeven, kadastraal bekend als gedeelten van Sectie E. nrs.
2658 en 2642, groot ongeveer 403 M2, wordt geruild tegen
dat deel van de oude bedding der Zaanmark, in blauw ge
arceerd aangegeven, kadastraal bekend Sectie E. nr. 2681,
groot ongeveer 340 M2.
20 Juli 1939,
No. V/2357.