No. 152
2
De ligging der gronden, tusschen twee bebouwde per-
ceelen aan de Zandberglaan, sluit allen twijfel uit. Op het
kadaster staat het perceel dan ook als bouwterrein ingeschre
ven. Trouwens ook de eigenaar zelf heeft op het terrein een
bord geplaatst met het opschrift
„Bouwgrond te koop voor villa of landhuis".
Afgezien van deze bedenking voert adressant nog tegen
ons besluit aan, dat het is genomen in strijd met de be
doeling van het bepaalde in artikel 18 van de Bouwver
ordening. De lastgeving zou namelijk slechts tot strekking
hebben om een particulier belang te dienen, te weten, dat
van den bewoner van het perceel Zandberglaan No. 40,
die overlast ondervindt van de op het terrein spelende kin
deren, doch enkel en alleen omdat de eigenaresse van dat
perceel niet heeft willen treden in een voorstel van adressant
om tusschen beider terreinen een meer deugdelijke afscheiding
te maken.
Ook het hier gestelde kan niet als bezwaar tegen ons
besluit worden ingebracht.
Immers, ook al was de door adressant gewenschte af
scheiding tusschen de terreinen onderling aangebracht dan
nog zou ons college den bestreden maatregel hebben getrof
fen om te beletten, dat het betreffende open terrein als
speelterrein gebruikt wordt.
Een speelterrein kan ter plaatse niet geduld worden. Het
veroorzaakt overlast aan allen die in de omgeving wonen
en niet slechts aan hen, wier woningen onmiddellijk naast
het speelterrein zijn gelegen. De hinder voor deze laatsten
wordt bovendien door een schutting of iets dergelijks niet
opgeheven.
De vraag, of de eigenaresse van het perceel Zandberg
laan No. 40 verplicht is om tot het maken van de door
adressant gewenschte afscheiding bij te dragen, als ook de
vraag, of deze afscheiding ter vermijding van den hierbe-
sproken hinder meer voor de hand ligt dan een afsluiting
van het open terrein zelf, kan dan ook buiten beschouwing
blijven.
Op grond van het bovenstaande mogen wij U adviseeren