No. 154 2 wij dan ook verzocht met zijn beslissing te willen wachten totdat omtrent het al dan niet voortbestaan van de school aan de Boschstraat een beslissing zal zijn genomen. Voor de verdere motiveering dezer opheffing mogen wij verwijzen naar het hierbij overgelegde uitvoerige advies van den Inspecteur van het lager onderwijs, d.d. 8 Juli j.l.*) Met hem zijn wij ook tot de conclusie gekomen, dat de handhaving der openbare lagere school aan de Boschstraat niet alleen niet langer te rechtvaardigen is, doch de belangen van het openbaar onderwijs zal schaden; Het voornemen bestaat, bij opheffing dezer school, de toelating tot en de verdeeling der leerlingen over de scholen aan de Keizerstraat en de Middellaan niet geheel aan de ouders of schoolhoofden over te laten, doch in eigen handen te nemen, ten einde voor elk dier scholen de meest gewenschte leerlingenbezetting te verkrijgen. Uiteraard zal daarbij getracht worden, de bezwaren der ouders zoo gering mogelijk te doen zijn. Resumeerende hebben wij de eer U voor te stellen 1. te besluiten tot opheffing der openbare lagere school aan de Boschstraat, zulks met ingang van 1 September a.s. 2. aan het hoofd en de onderwijzers dier school met ingang van gemelden datum eervol ontslag te verleenen. Ten slotte kunnen wij hieraan nog toevoegen, dat met toepassing van artikel 56, lid 2, der L.O. wet 1920 getracht zal worden om personeel, dat anders op wachtgeld komt, voor het openbaar onderwijs alhier te behouden. Burgemeester en Wethouders van Bred?, VAN SLOBBE, burgemeester. VAN WOENSEL, secretaris. Ligt ter visie in de Leeskamer.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1939 | | pagina 412