No. 162 162 BIJLAGEN 1939. 1 Augustus 1939, No. 1/2528. VOORSTEL om B. en W. te mach tigen, het beschikken op aanvragen, om vergunning tot het doen loozen van huis- en hemelwater op het gemeenteriool, op te dragen aan den Directeur van Openbare Werken en om in verband hiermede de Bouwverordening te wijzigen. Aan den Gemeenteraad. Hiermede mogen wij Uw aandacht verzoeken voor het navolgende. Het verleenen van vergunningen tot het doen loozen van huis- en hemelwater op het gemeenteriool geschiedde tot heden door ons college. Daar echter de aanvragen worden ingediend bij den Directeur van Openbare Werken, wiens dienst tevens de voorwaarden ontwerpt en de vergunningen opstelt, is de afdoening door ons college tot een zuivere formaliteit geworden, een formaliteit overigens, die wegens het groote aantal dezer vergunningen telkenmale noodelooze bemoeiingen ter gemeentesecretarie met zich brengt. Het is om deze reden, dat wij de vraag hebben over wogen, of het verleenen der z.g.n. rioolvergunningen niet geheel aan den Directeur van Openbare Werken zou kunnen worden gedelegeerd. Sinds 1931 kan de raad burgemeester en wethouders namelijk ingevolge het bepaalde in artikel 211 der Gemeente wet machtigen, om hun uitvoerende taak aan gemeente ambtenaren op te dragen. Deze ambtenaren worden door den raad of krachtens machtiging van den raad door burge meester en wethouders aangewezen. Tevens moeten daarbij door den raad nadere regelen worden gesteld, waarnaar deze opdracht tot uitvoering dient te geschieden, o.m, ten aanzien van de wijze, waarop van beslissingen van den ambtenaar beroep op burgemeester en wethouders openstaat.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1939 | | pagina 427