204
No. 204
BENOEMING van drie leden en
drie plaatsvervangende leden in de
centrale commissie van overleg,
bedoeld in art. 2 van het Werk
liedenreglement, en in de commissie
voor ambtenaarsaangelegenheden.
Aan den Gemeenteraad.
Ingevolge de desbetreffende bepalingen van het Werklieden
en Ambtenarenreglement zijn de door den Raad in zijn
vergadering van 27 September 1935 benoemde leden en plaats
vervangende leden van de centrale commissie van overleg,
bedoeld in artikel 2 van het Werkliedenreglement en de
Commissie voor Ambtenaarsaangelegenheden op den eersten
Dinsdag van September j.l. afgetreden.
De nieuw te benoemen leden en plaatsvervangende leden
zullen ingevolge de uitvoeringsvoorschriften van het Werk
liedenreglement en het bepaalde bij artikel 80, 3e lid, van
het Ambtenarenreglement zitting hebben gedurende twee jaren.
De Centrale Commissie van Overleg, bedoeld in artikel 2
van het Werkliedenreglement was gedurende de zittings
periode September 1937/September 1939 samengesteld als volgt
Mr. F. B. I. M. Jansens, lid H. J. van Houten, plv. lid
A. Mabelis, lid S. Kooijman, plv. lid
Mr. J. Pleyte, lid A. A. J. M. Loonen plv. lid
De Commissie voor Ambtenaarsaangelegenheden was over
hetzelfde tijdvak samengesteld als volgt
H. J. van Houten, lid Mr. F. B. I. M. Janssens plv. lid
S. Kooijman, lid A. Mabelis, plv. lid
A. A. J. M. Loonen, lid Mr. J. Pleyte, plv. lid
De leden der beide voormelde commissies zijn elkanders
plaatsvervangers.
Wij hebben de eer U voor te stellen, over te gaan tot
het benoemen voor de periode van September 1939-Sep
tember 1941 van 3 leden en 3 plaatsvervangende leden voor
ieder der beide bovengenoemde commissiën.
Burgemeester en Wethouders van Breda;
VAN SLOBBE, burgemeester.
VAN WOENSEL, secretaris.
BIJLAGEN 1939.
16 September 1939,
No. 1/3027.