No. £L\ 9 BENOEMING van een lid en een BIJLAGEN 1939. 219 20 October 1939, plaatsvervangend lid in de Schat- No. 1,4004. tingscommissie voor het Grondbedrijf. Aan den Gemeenteraad. Op 31 December a.s. zullen aftreden respectievelijk als lid en plaatsvervangend lid van de Schattingscommissie, bedoeld n art. 18 der beheersverordening voor het Grondbedrijf gemeenteblad no. 597), de heeren C. J. Vriends te Breda en P. M. Tutein Nolthenius te Princenhage, die bij Uwe besluiten, resp. dd. 8 December 1936 en 15 Juni 1937, als zoodanig zijn benoemd. Ingevolge het bepaalde bij het derde lid van voormeld artikel 18 is het aftredend lid niet opnieuw benoembaar binnen een jaar na de aftreding. In verband met het vorenstaande hebben wij de eer U voor te stellen, in de voormelde vacatures voor de jaren 1940 t/m 1942 te benoemen tot lid: den heer P. M. Tutein Nolthenius, te Princenhage tot plaatsvervangend lid den heer C. J. Vriends, te Breda. Wij mogen U doen opmerken, dat de plaatsvervangende leden der Commisie slechts optreden, indien bij de schatting belangen zijn betrokken van de leden, van de echtgenooten der leden of van iemand, die tot de leden in den derden graad van bloedverwantschap bestaat. Burgemeester en Wethouders van Breda; VAN SLOBBE, Burgemeester. VAN WOENSEL, Secretaris.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1939 | | pagina 553